Samenvatting

Een stoere jongen? Of een lafbek?

‘Jij vindt hem ook irritant,’ zei Willem.
Ik dacht aan Jelmer, aan dat eeuwige ge-achtervolg van hem vorig jaar, aan dat meiden gedoe, aan dat nooit eens terugvechten. Misschien was het een les voor hem.
Langzaam pakte ik mijn blikje op. ‘Oké dan.’
We proostten en tikten onze blikjes hard tegen elkaar.

Jeroen is geen lieverdje. Hij is een van de populaire jongens van de klas en met zijn vrienden Rico en Willem naast zich, durft hij alles. Hij denkt er niet bij na, het is zo eenvoudig om losers als Onno of Jelmer te pesten. Jelmer is natuurlijk wel een heel makkelijk slachtoffer: die zegt niks terug als hij geplaagd/gepest wordt. Bovendien doet Jelmer aan paardendressuur. Een meisjessport! Zo’n jongen vraagt er toch om? Moet hij maar niet zo meisjesachtig doen!
Maar als Jeroen hoort dat Jelmer zelfmoord gepleegd heeft, schrikt hij enorm. Wist Jelmer dat Jeroen, Rico en Willem filmpjes maakten waarin hij voor gek werd gezet? Is het hun schuld dat Jelmer nu dood is?

In ‘Wie ik ben’ worstelt Jeroen met deze vraag. De filmpjes stonden nog niet online, dus nadat alles is gewist, kan niemand hen meer iets maken, denkt hij. Maar wanneer Willem en Rico besluiten hun mond te houden over hun geplaag/gepest, begint Jeroen te twijfelen. Is hij de stoere jongen, die tegelijk een lafbek is? Of komt hij uit voor wat hij gedaan heeft? Dan wil niemand meer iets van hem weten!

Emiel de Wild laat je meekijken in het hoofd van een jongen die de gevolgen van zijn daden moet overzien. Jeroen voelt zich schuldig, dat proef je tussen de regels door. Echt schrijnend wordt het zelfs als blijkt dat Jelmers ouders denken dat Jeroen de beste vriend van hun zoon was. In de brugklas maakten ze wel eens samen huiswerk. Zodra Jeroen bevriend raakte met Willem en Rico, had hij Jelmer laten barsten. Jelmers ouders wisten niet eens hoe eenzaam hun zoon was! En het schuldgevoel van Jeroen groeit nog verder.

 Voor Jeroen is het een keerpunt in zijn leven als hij eindelijk eerlijk durft te zijn over Jelmer.
‘Ik had een hekel aan hem,’ zeg ik. Tranen druppen op mijn broek. Het voelt als een opluchting om het hardop te zeggen. ‘Ik had echt een hekel aan hem.’
Of Jeroen echt schuldig was aan de dood van Jelmer? Dat mag je zelf invullen. Emiel de Wild laat het open. ‘Wie ik ben’ is daarom een boek om nog eens over na te denken. En om na te denken over wat je zelf doet – en niet doet.